7 August 2025
Kaap de Goede Hoop, gelegen in het huidige Zuid-Afrika, was oorspronkelijk het gebied van de inheemse Khoikhoi- en San-volken. In 1652 werd het gekoloniseerd door de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), aanvankelijk om te dienen als bevoorradingsstation voor schepen die tussen Europa en Azië reisden. ‘Maar in de loop van de daaropvolgende eeuw veranderde dat. De Nederlanders en andere Europeanen begonnen de Kaap te zien als de westelijke rand van Oost-Indië’, vertelt Giovannetti-Singh.
Geen toeval
Op kaarten uit die tijd – maar ook in reisverslagen, in botanische tekeningen en zelfs op porseleinen borden – is te zien hoe de Kaap binnen Oost-Indië werd geplaatst, een geografische aanduiding die doorgaans verwijst naar plekken zoals Indonesië, India en China. Giovannetti-Singh: ‘Deze transformatie was geen toeval. Nederlandse kolonisten, onder wie koloniaal commandant Jan van Riebeeck, wilden actief aspecten van Azië kopiëren in Afrika. De kolonisten probeerden Chinese tuinmannen naar de Kaap te halen, plantten er Aziatische gewassen en gebruikten in de Kaapkolonie tot slaaf gemaakte werkers uit het hele Indische-Oceaangebied. Ze hervormden de identiteit van de regio zowel in uiterlijk als betekenis. Het doel was om de Kaap eruit te laten zien én aan te laten voelen als Oost-Indië.’
Bewust of onbewust
Maar het waren niet alleen Nederlanders die deze visie vormgaven. Franse Jezuïtische missionarissen, Duitse naturalisten en Chinese ambachtslieden droegen allemaal, bewust of onbewust, bij aan de versterking van die nieuwe identiteit. Zo maakten bijvoorbeeld Kantonese kunstenaars porseleinen borden met daarop Kaapstad in Chinese artistieke stijl, compleet met traditionele ‘gelukswolken’. En jezuïtische wetenschappers die bij de Kaap verbleven, bouwden een tijdelijk observatorium dat Europeanen er als Chinees uit vonden zien. Dit alles droeg bij aan het versterken van het idee dat de Kaapkolonie deel uitmaakte van Azië.
Tegelijkertijd stond de inheemse bevolking niet simpelweg toe te kijken. Sommige Khoikhoi-leiders, zoals Autshumato en Krotoa, gebruikten hun kennis van zowel Afrikaanse als Europese culturen om een weg te vinden in de koloniale wereld – en soms zelf om die te manipuleren. Anderen, zoals Doman, reisden naar Java, waren getuige van de Nederlandse koloniale wreedheden in Oost-Indië en brachten die kennis terug om lokaal verzet te organiseren.
Europese fantasieën
‘Het was een tijd van intense wereldvorming’, aldus Giovannetti-Singh. ‘De Nederlanders en hun rivalen waren letterlijk Afrika opnieuw aan het vormgeven – niet alleen op papier, maar ook door middel van planten, mensen en ideeën. Zelfs de natuurlijke omgeving van de Kaap werd getransformeerd om aan te sluiten bij Europese fantasieën over Aziatische overvloed, zoals te zien was in de Company’s Gardens en geïmporteerde luxegoederen.’
Geheel nieuwe wereldvisies
Het onderzoek laat zien hoe bepalend wereldwijde handel en imperiums waren voor lokale identiteiten. ‘Met de gesprekken over koloniale erfenissen in Zuid-Afrika en daarbuiten, die doorgaand worden gevoerd, hoop ik met mijn onderzoek een nieuwe laag van begrip toe te voegen’, zegt Giovannetti-Singh tot besluit. ‘Mijn bevindingen benadrukken dat kolonialisme niet uitsluitend draaide om politieke controle, maar dat het ging om het creëren van geheel nieuwe wereldvisies – met blijvende impact op hoe mensen, plaatsen en culturen vandaag de dag worden begrepen.’
Publicatiegegevens
Gianamar Giovannetti-Singh: ‘Colonial World-Making and Global Knowledges at the Early Modern Cape of Good Hope’, in: Past & Present (6 augustus 2025). https://doi.org/10.1093/pastj/gtaf018