For best experience please turn on javascript and use a modern browser!
You are using a browser that is no longer supported by Microsoft. Please upgrade your browser. The site may not present itself correctly if you continue browsing.
Op 30 april vertelt Roland Pfau, uhd Taalwetenschap, in De Ochtendspits dat mensen die niet doof zijn en geen gebarentaal spreken, toch vaak werkwoorden kunnen herkennen in gebarentaal.
Ronald Pfau

‘Sommige gebaren kennen een duidelijk eindpunt. Dat zijn dan vaak ‘telische gebaren’. Als er geen duidelijk eindpunt is in de betekenis van een werkwoord, dan noemen we dat ‘telisch’. Maar er zijn werkwoorden, zoals kopen of overlijden, die een duidelijk eindpunt hebben. Daar ben je op een duidelijk moment mee klaar.’ ‘De proefpersonen zien een gebaar en krijgen twee opties, bijvoorbeeld denken en kopen. Het blijkt dat proefpersonen inderdaad statistisch significant vaak het goede antwoord geven. We weten nog niet of het echt universeel is, maar het lijkt erop dat er een sterke neiging is in gebarentaal om het op die manier te doen.’ Pfau denkt dat het komt doordat gebaren in gebarentaal vaak erg lijken op wat ze uitbeelden.