For best experience please turn on javascript and use a modern browser!
You are using a browser that is no longer supported by Microsoft. Please upgrade your browser. The site may not present itself correctly if you continue browsing.
De cijfers liegen er niet om: de afgelopen jaren wordt er steeds minder gelezen, met name door jongeren. Toch betekent dit volgens hoogleraar Nederlandse letterkunde en intermedialiteit Gaston Franssen niet dat we literatuur kunnen afschrijven. ‘De vorm van literatuur verandert en is niet gebonden aan bepaalde genres en media. In die zin heeft literatuur een groot adaptief vermogen: een potentie om zich aan te passen aan telkens veranderende omstandigheden.’

Het is niet de eerste keer dat een literatuurwetenschapper zich buigt over de vraag wat literatuur is en of zij nog bestaansrecht heeft in de huidige maatschappij. ‘Tien jaar geleden werd er gesproken over The Death of Literature’, zegt Franssen. ‘Wanneer zoiets wordt geroepen, denk ik altijd aan een uitspraak van Walter Benjamin waarin hij zegt dat er niet altijd epen zijn geweest, net zoals dat er niet altijd romans waren. Kunst en literatuur passen zich altijd aan – en er zal dus ook een tijd komen waarin er geen romans meer zullen zijn, maar andere vormen van literaire creativiteit de toon zetten.’

In zijn oratie richt Franssen zich op deze aanpassing en hoe literatuur onderdeel wordt van de huidige, hyper-gemediatiseerd samenleving. ‘Een goed voorbeeld hiervan is het werk van Maxime Garcia Diaz. Zij maakt sociaal betrokken poëzie waarin ze memes en stills van onlinevideo’s gebruikt om de lezer na te laten denken over hoe deze beelden ons beïnvloeden. Hierin zie je duidelijk een toenadering van de klassieke literatuur naar de mediacultuur.’

Maxime Garcia Diaz

UvA-alumna Maxime Garcia Diaz won met haar werk verschillende poëzieprijzen. In 2019 was ze de winnaar van het NK Poetry slam. In 2022 werd haar debuut Het is warm in de hivemind bekroond met de C.Budding’-prijs.

Wat is literatuur?

Het bestempelen van deze moderne, beeldende mediavormen tot literatuur leidt volgens Franssen geregeld tot weerstand. ‘Volgens sommigen zijn zulke experimenten helemaal geen literatuur, omdat ze de vorm hebben die we er doorgaans mee associëren: een roman of een gedicht dat alleen uit tekst bestaat. Maar het gaat er natuurlijk om hoe je literatuur definieert.’

Literatuur en een kraakheldere definitie zijn geen gelukkig huwelijk, merkt Franssen op. ‘Er wordt vaak gezegd dat literatuur niet te definiëren valt, en in zekere zin is dat ook zo. Toch probeer ik daar nu een draai aan te geven door te stellen dat we literatuur vooral moeten begrijpen als een ervaring.’

Deze ervaring kan volgens Franssen optreden wanneer een tekst een bijzondere reactie oproept. Zo’n tekst kan ons ontroeren, shockeren of tot nadenken aanzetten. ‘Literatuur is voor mij niet per se gebonden aan het format van bijvoorbeeld een roman. Door de ervaring die een tekst kan oproepen, staan we stil bij de vorm én de inhoud ervan. En zodra je op deze manier naar literatuur gaat kijken, dan ga je ook op andere plekken literatuur zien. Dat laat zien dat literatuur adaptief is.’

Nieuwe perspectieven

Het adaptief vermogen van literatuur is daarnaast geen eensrichtingsverkeer. Niet alleen de literatuur past zich aan, maar ze heeft ook invloed op de lezer. ‘Literatuur laat ons op een andere manier naar de wereld kijken en kan een denkbeeld of gevoel introduceren dat je nog niet eerder hebt gehad’, zegt Franssen. ‘Juist voor het doen van onderzoek is dat zo ontzettend belangrijk, omdat zo’n literaire blik leidt tot nieuwe perspectieven. Op die manier kun je literatuurstudie ook multidisciplinair inzetten, zoals gebeurt bij ons project The Meat Consumption Narratives. Daar wordt onderzocht waarom vlees zo’n prominente rol inneemt in onze huidige en vroegere dieet en hoe we met taal en verhalen het perspectief hierop kunnen veranderen.’

Ondanks het snel veranderende medialandschap ziet Franssen nog altijd een rol voor de ‘klassieke’ roman‘ in het bewerkstelligen van een ander perspectief. ‘Ja, er is in de huidige maatschappij minder ruimte voor het literaire boek, maar romans en poëzie blijven waardevolle genres. Onder studenten zie ik nog altijd veel interesse in literatuur en in bredere, literaire creativiteit. Bij een keuzevak over literatuur en letterkunde schuiven ontzettend vaak studenten van mediastudies en cultuurwetenschappen aan, omdat zij ook inzien dat mediacultuur niet alleen bestaat uit beeld en social media, maar ook uit tekst, geschreven taal en gesproken communicatie.’

Prof. G.E.H.I. (Gaston) Franssen

Faculty of Humanities

Capaciteitsgroep Nederlandse Letterkunde