For best experience please turn on javascript and use a modern browser!
You are using a browser that is no longer supported by Microsoft. Please upgrade your browser. The site may not present itself correctly if you continue browsing.
Traditionele complottheorieën richten zich vaak op de macht: we worden gemanipuleerd door overheden of elites, die ons voor eigen gewin om de tuin leiden en onze vrijheden inperken. De laatste jaren bedienen populistische politici zich steeds vaker van samenzweringstheorieën om ideeën dat we van buitenaf bedreigd worden kracht bij te zetten. Boris Noordenbos onderzoekt in zijn project Conspiratorial Memory hoe hedendaagse complottheorieën geworteld zijn in verhalen uit het verleden.
Boris Noordenbos (foto: Bob Bronshoff)
Boris Noordenbos (foto: Bob Bronshoff)

‘Er is de laatste tijd veel aandacht voor complottheorieën, vertelt Noordenbos. ‘Maar veel van het onderzoek wordt gedaan door sociaal psychologen. Het sociaal-psychologisch onderzoek dat het nieuws haalt, gaat over het percentage van de bevolking dat die theorieën gelooft, en over de factoren die bepaalde bevolkingsgroepen ontvankelijk maken voor dat geloof. Waaraan voorbij wordt gegaan, zijn de culturele vormen waarin deze theorieën tot ons komen; die het begrip ‘geloof’ ontzettend moeilijk kunnen maken.’

‘Ik was altijd al geïnteresseerd in complottheorie - eerst vanuit literatuur, maar later ook vanuit verschillende vormen van populaire cultuur zoals Youtube en internetmemes, en ook speeches van Poetin en Trump. Gaandeweg ging mijn aandacht steeds verder uit naar hoe die complottheorieën en complot-logica politiek werden ingezet, en met name welke rol cultuur daarin speelt.’

Identiteitscrisis

Noordenbos is geschoold als klassiek slavist gespecialiseerd in Russische literatuur, maar hij heeft zich altijd al beziggehouden met populaire cultuur en hoe die zich verhoudt tot grote maatschappelijke en politieke vraagstukken. Een focuspunt in zijn interesse is Rusland ten opzichte van andere grootmachten. ‘In de 19e eeuw werden in de Russische literatuur al veel prangende politieke, maatschappelijke en filosofische vraagstukken naar voren gebracht. In het Russische tsarenrijk heerste een zeer strenge censuur’, vertelt hij. ‘Literatuur bleek te midden daarvan een uitstekend platform waarin schrijvers en denkers door middel van bijvoorbeeld metaforisch taalgebruik gevoelige vraagstukken naar voren konden brengen. Die geladenheid is inherent aan de Russische literatuur; het slaat nergens op deze als iets puur esthetisch te beschouwen.’

Wat schrijf je als plotseling alles mag?

‘Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie ontstond een collectieve identiteitscrisis. De censuur verdween en men hoefde niet meer de socialistische ideologie uit te dragen. Het leidde tot een crisis onder schrijvers, want wat schrijf je als plotseling alles mag? Aan de ene kant ontstaan er schrijvers die enkel voor het geld schrijven, aan de andere kant schrijvers die zich opnieuw als gids van het volk opwerpen: hoe moeten we leven, waar moeten we met z’n allen naartoe? Opmerkelijk is dat begin jaren 90 men en masse de politieke veren afschudt, maar dat tegen het einde van het decennium – en vooral in het Poetin-tijdperk – de rol van gids door een aantal schrijvers terug geclaimd wordt.’

Spel

Zo’n beweging heeft alles te maken met het vinden van een nieuwe identiteit, legt Noordenbos uit. ‘Ik interesseerde me vooral voor rechts-radicale en neo-imperialistische schrijvers, die al vanaf de vroege Poetin-periode zeiden dat Rusland niets voorstelt zonder imperium, en die zich geroepen voelden om dat imperium als punt aan de horizon te schetsen.

Een vraag die de onderzoeker zich hierbij stelt, is in hoeverre de schrijvers daadwerkelijk achter hun reactionaire en restauratieve idealen staan, en wat slechts spel met radicaal gedachtegoed betreft. ‘De aantrekkingskracht die dit spel met het gemeenschappelijk verleden op het publiek heeft is opmerkelijk te noemen.’

Menens

‘Dat roept een belangrijke vraag op, namelijk in welke mate de complottheorie menens is’, zegt Noordenbos. ‘Neem bijvoorbeeld een internetmeme die op een geestige manier een complottheorie verbeeldt. Die meme staat niet alleen, maar in een serie van andere memes met hetzelfde thema. Gelooft de maker, of deler, dat in de complottheorie, of vond hij het gewoon leuk om de interactie aan te gaan en te spelen met de andere memes?’

‘Het uitdrukken van dergelijk geloof in percentages is volgens mij een enorme simplificering van de wijze waarop mensen zich tot complotdenken verhouden, omdat het voorbijgaat aan de lol en de ironie die komt kijken bij het bewerken van beeldmateriaal. Dat is fundamenteel anders dan de manier waarop in sommige gevallen machthebbers cultuur inzetten om een voedingsbodem te creëren voor complotdenken.’

De vraag is of je complottheorieën kunt onderzoeken zonder een waardeoordeel te vellen

‘Er zitten dus enorm veel gradaties aan de manier waarop complottheorieën tot ons komen. Dat ligt aan de basis van het onderzoek: het idee dat je niet over complottheorieën kunt praten zonder het te hebben over de culturele mediaties ervan. Complotcultuur en de uitwerking ervan op de samenleving, valt eigenlijk alleen maar te begrijpen als je kijkt naar het soort narratieven waar de theorie uit bestaat, waar die vandaan komen, en hoe ze met elkaar interacteren. Complotdenken is in die zin een praktijk, het is voortdurend in beweging, het is veranderlijk en uit zich steeds weer op nieuwe manieren.’

Geen waardeoordeel

‘Het gevaar bij een dergelijk onderzoek schuilt erin dat je door iets een complottheorie te noemen pretendeert te weten hoe het wel zit. Het label ‘complottheoriewordt veel gebruikt om te zeggen: dit is een bizar idee en het is niet waar! Er zit een normatief element aan de term’, legt Noordenbos uit. ‘Om er in deze tijden achter te komen – met de rol die Rusland nu speelt - wat verzonnen is, lijkt ondoenlijk.’

‘De vraag is of je complottheorieën kunt onderzoeken zonder een waardeoordeel te vellen: of je vanuit een agnostische houding de logica van het complotdenken kunt beschrijven en daarmee openlaat of iets wel of niet gebeurd is; of vanuit een verantwoordelijkheidsgevoel te stellen: deze theorie is klinkklare onzin! – dat is een spanningsveld. Het kan lastig zijn om afstand te behouden, je kunt op theorieën stuiten die je persoonlijk raken. Het is nooit een doel geweest om te aan te tonen hoe iets écht zat, daar gaat het niet om; wel om aan te onderzoeken hoe complottheorieën werken en hoe mensen erin getrokken worden.’

Dr. B. (Boris) Noordenbos

Faculty of Humanities

Literatuurwetenschap