For best experience please turn on javascript and use a modern browser!
You are using a browser that is no longer supported by Microsoft. Please upgrade your browser. The site may not present itself correctly if you continue browsing.
Hoe geven we dieren een plek binnen onze rechtsstaat? Wat is de positie van dieren in kunst en cultuur? En hoe kunnen we op een duurzame manier samenleven met roofdieren zoals de wolf? Met deze en andere vragen houden onderzoekers uit het relatief jonge vakgebied Human Animal Studies zich bezig. Media- en dierwetenschapper Maarten Reesink en enkele (oud-)UvA-studenten, die samen het Centrum voor DierMens Studies oprichtten, organiseren op 29 september een congres over de relatie tussen mens en dier. ‘Jongere generaties zien heel duidelijk het belang van kritisch nadenken over hoe we omgaan met dieren, de natuur en het klimaat.’

Het snelgroeiende vakgebied Human Animal Studies – in het Nederlands ook wel bekend als Dier-Mens Studies – onderzoekt de relatie tussen mens, dier, cultuur en maatschappij. Dat is iets van de laatste decennia, vertelt Maarten Reesink. ‘Vroeger ging je biologie studeren als je interesse had in dieren, maar sinds de jaren 80 van de vorige eeuw zijn dieren een steeds belangrijkere plek gaan innemen in de alfa- en gammawetenschappen. Historici ontdekten bijvoorbeeld hoezeer dieren de menselijke geschiedenis hebben beïnvloed, antropologen onderzochten hoe mensen in verschillende culturen met dieren omgaan, en juristen begonnen zich te richten op dierenrechten. Zo ontstond in de VS en het VK de academische discipline Human Animal Studies.’

Ik wist meteen: voor mij gaat dit alles veranderen, hier wil ik me de rest van mijn leven mee bezighouden.

Reesink, die docent mediastudies is en zich voorheen onder andere specialiseerde in reality-tv, ontdekte het nieuwe vakgebied zo’n vijftien jaar geleden. ‘Ik begeleidde een student die haar scriptie schreef over natuurdocumentaires. Zo ben ik me in dat onderwerp gaan verdiepen en kwam ik erachter dat er niet één of twee, maar tientallen boeken geschreven waren over de relatie tussen mens en dier, omdat het vakgebied Human Animal Studies aan het ontstaan was. Ik wist meteen: voor mij gaat dit alles veranderen, hier wil ik me de rest van mijn leven mee bezighouden.’ Inmiddels heeft Reesink zich in het vakgebied gespecialiseerd en geeft hij – nog steeds aan de opleiding Mediastudies verbonden – ook bijvoorbeeld vakken over dieren in de media.

In de kinderschoenen

Human Animal Studies mag aan de andere kant van de oceaan dan groot zijn, in Nederland staat het vakgebied nog in de kinderschoenen. Op dit moment is de UvA de enige plek waar je er een interdisciplinaire inleiding in kunt volgen – Reesink geeft dat vak bij het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS).

Samen met een paar van zijn studenten richtte hij in 2020 het Centrum voor DierMens Studies op, een onafhankelijk platform dat onder andere tot doel heeft om mensen met interesse in het vakgebied met elkaar in contact te brengen. Reesink: ‘Er zijn allerlei academische hoeken vanwaaruit je de verhoudingen tussen mens en dier kunt bekijken. We hebben het centrum opgericht omdat we het belangrijk vinden dat onderzoekers van verschillende disciplines en universiteiten elkaar kunnen vinden, en dat studenten weten waar ze vakken kunnen volgen op dit gebied.’

Veel interesse onder jongeren

Op 29 september organiseert het centrum bij CREA zijn eerste congres, waar onder anderen antropoloog Barbara Noske (een van de grondleggers van Human Animal Studies in Nederland) en filosoof René ten Bos (voormalig Denker des Vaderlands) zullen spreken. Ook zijn er paneldiscussies over bijvoorbeeld de omgang met wilde dieren in ons landschap, antropomorfisme in de biologie en de ethiek rondom proefdieren.

Vroeger vond men het typisch iets voor vrouwen om de relatie tussen mens en dier te onderzoeken.

Het congres geeft een goed beeld van de huidige stand van zaken en de ontwikkeling van het vakgebied in Nederland, aldus Reesink. ‘Barbara Noske was in de jaren 80 van de vorige eeuw een van de eerste wetenschappers in ons land die de relatie tussen mens en dier onderzochten’, vertelt hij. ‘Destijds werd er nogal schamper gedaan over haar onderzoek, men vond het typisch iets voor vrouwen om dieren op die manier te bestuderen. Maar Noske liep gewoon ver voor de troepen uit. Onderzoekers die later in haar voetsporen traden, zoals Frans de Waal, kregen veel minder kritiek.’

In de afgelopen decennia is er veel veranderd, merkt Reesink op. ‘Tegenwoordig leeft het vakgebied enorm, vooral onder jongeren. Voor het vak Human-Animal Studies dat ik geef, zijn altijd wachtlijsten. Jongere generaties zien heel duidelijk het belang van kritisch nadenken over hoe wij mensen omgaan met dieren, de natuur en het klimaat. Daar ben ik blij om, ik denk dat dat goed is voor de wereld.’

Drs. M.C.C.J. (Maarten) Reesink

Faculty of Humanities

Departement Mediastudies